Stel je voor dat je je nog iets van voor je geboorte kon herinneren.
Je leefde in een besloten ruimte, binnen de beveiligende wanden van het moederlichaam, en je wist niet beter dan dat dit leven was: drijven in het vruchtwater, gevoed worden via de navelstreng.
Hoe het daar buiten zou zijn? Elke voorstelling was onmogelijk. Toen gebeurde er iets -iets beangstigends. Je raakte op drift, je werd uit dat veilige en besloten bestaan naar buiten gewerkt. Hoe zal het daar zijn? Wat stond je te wachten? Alles wat je had, raakte je kwijt. En je schreeuwde het uit van angst.
Pas daarna gebeurde het: je vond wat je je niet had kunnen voorstellen, en waarvan je het bestaan niet wist: lucht om te ademen, licht in je ogen, geluiden, handen, mensen. Een moeder, een vader. En wat verlies leek, werd winst.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
In de schoot van een moeder waren eens twee baby's.
De een vroeg de ander: "Geloof je in leven na de geboorte ?"
De ander antwoordde:" Waarom ? Natuurlijk.
Er moet iets zijn na de geboorte. Misschien zijn we hier
om ons voor te bereiden voor later."
"Onzin" zei de ander, "er is geen leven
na de geboorte. Wat zou dat leven zijn?"
"Ik weet het niet, maar er zal meer licht zijn dan hier.
Misschien zullen we lopen met onze benen en
eten met onze mond."
De ander zei: "Dit is absurd !
Wandelen is onmogelijk en met onze mond eten ?
Belachelijk ! De navelstreng levert voeding.
Leven na de geboorte moet worden uitgesloten.
De navelstreng is te kort."
"Ik denk dat er iets is en misschien is het anders
dan dat het hier is.
De ander antwoordde:" Niemand is ooit teruggekomen
vanaf daar. Geboorte is het einde van het leven,
en in de "na - geboorte" is niets anders dan duisternis
en angst en het brengt ons nergens."
" Nou ik weet het niet", zei de ander.
"Maar ik weet zeker dat we moeder zullen zien en dat ze voor ons zal zorgen."
"Moeder ? Je gelooft in moeder ?
Waar is ze nu dan ?"
"Ze is overal om ons heen. Het is in haar dat we leven.
Zonder haar zou deze wereld niet bestaan."
"Ik zie haar niet, dus is het logisch dat ze niet bestaat."
Waarop de ander antwoordde:
"Soms wanneer je in stilte bent, hoor je haar,
je kan haar waarnemen.
Ik geloof dat er een werkelijkheid is na de geboorte.
En wij hier zijn om die realiteit voor te bereiden.
De een vroeg de ander: "Geloof je in leven na de geboorte ?"
De ander antwoordde:" Waarom ? Natuurlijk.
Er moet iets zijn na de geboorte. Misschien zijn we hier
om ons voor te bereiden voor later."
"Onzin" zei de ander, "er is geen leven
na de geboorte. Wat zou dat leven zijn?"
"Ik weet het niet, maar er zal meer licht zijn dan hier.
Misschien zullen we lopen met onze benen en
eten met onze mond."
De ander zei: "Dit is absurd !
Wandelen is onmogelijk en met onze mond eten ?
Belachelijk ! De navelstreng levert voeding.
Leven na de geboorte moet worden uitgesloten.
De navelstreng is te kort."
"Ik denk dat er iets is en misschien is het anders
dan dat het hier is.
De ander antwoordde:" Niemand is ooit teruggekomen
vanaf daar. Geboorte is het einde van het leven,
en in de "na - geboorte" is niets anders dan duisternis
en angst en het brengt ons nergens."
" Nou ik weet het niet", zei de ander.
"Maar ik weet zeker dat we moeder zullen zien en dat ze voor ons zal zorgen."
"Moeder ? Je gelooft in moeder ?
Waar is ze nu dan ?"
"Ze is overal om ons heen. Het is in haar dat we leven.
Zonder haar zou deze wereld niet bestaan."
"Ik zie haar niet, dus is het logisch dat ze niet bestaat."
Waarop de ander antwoordde:
"Soms wanneer je in stilte bent, hoor je haar,
je kan haar waarnemen.
Ik geloof dat er een werkelijkheid is na de geboorte.
En wij hier zijn om die realiteit voor te bereiden.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * *